13 tips om de informatie overload een halt toe te roepen!

 

E-mail

1. Welke nieuwsbrieven lees je en welke eigenlijk toch niet? Als je ze niet leest, meld je dan af. Dit geeft rust en overzicht in je mailbox en in je hoofd.

2. Verzamel alle algemene  e-mailtjes per week te verzamelen en  plan eind van de week 20 minuten in om alles te lezen  Tijdens het lezen gaan Teams en Outlook uit zodat je honderd procent focus heb.

3. Meld je alleen aan voor nieuwsbrieven waarmee je wat kunt, die echt je interesse hebben. De rest ‘skippen’.

4. Laat nieuwsbrieven en CC-mails in een apart mapje binnenkomen. Op een moment dat het jou uitkomt, ga je naar dat mapje en neem je de tijd om de berichten door te nemen.

5. Check op gezette tijden jouw mail. Bij het begin van de dag, rond de middagpauze en halverwege de middag.

6. Schakel alle pop-ups van Outlook uit.  Anders krijg je continu nieuwe prikkels terwijl je met iets anders bezig bent.

 

Smartphone

7. Leg je mobiel in de avond in een la , en kijk einde avond één keer of je werkelijk iets hebt gemist.

8. Zet je telefoon soms bewust even op vliegstand, bijvoorbeeld wanneer je even een wandeling gaat maken.

9. Als je jouw telefoon ergens voor wilt pakken, vraag jezelf dan af: word ik hier blij van, of ga ik te veel tijd kwijt met eigenlijk nutteloze informatie? 

 

10. Doe alle schermen uit en leg je telefoon weg. Een goed boek en een kop thee op de bank doet wonderen om even afstand te nemen en je hoofd weer rustig te krijgen.


 

Werkritme

11. Zoek afwisseling in typen afspraken op een dag. Wissel bijvoorbeeld informerende/besluitvormende sessies af met momenten voor inspiratie en creativiteit.

12. Ken de de app Ommetje van de Hersenstichting al? Challenge iemand en loop elke dag minimaal 20 minuten. Dit maakt je hoofd leeg en zorgt dat je hersens niet ‘oververhit’ raken.

13. Stop met elke gedachte of vraag die in je opkomt te Googlen.’ Het risico als je alles gaat opzoeken, is dat je blijf hangen en weer een volgende vraag krijg, en die ook weer ga opzoeken. Reflecteer op zo'n moment even:  ‘Wat als ik geen internet had (zoals in de jaren negentig), hoe was ik er dan mee omgegaan?’ Dan had je de vraag waarschijnlijk weer laten varen. Even later is de vraag ook weer weg.